De west kust, Maarten en zijn Stalen Ros - Reisverslag uit Christchurch, Nieuw Zeeland van Maarten Gemert - WaarBenJij.nu De west kust, Maarten en zijn Stalen Ros - Reisverslag uit Christchurch, Nieuw Zeeland van Maarten Gemert - WaarBenJij.nu

De west kust, Maarten en zijn Stalen Ros

Door: Maarten

Blijf op de hoogte en volg Maarten

25 April 2008 | Nieuw Zeeland, Christchurch

Hoi allemaal. Hier het vervolg op mijn vorige verhaaltje. Ik had jullie achtergelaten op het strand. Een mooi strand, dat moet gezegd worden. Oh ja, misschien wordt dit verhaaltje ergens halverwege afgekapt omdat ik weer eventueel bericht krijg over het verkopen van mijn Stalen Ros.

Dag 30 begon met een lekker ontbijt in mijn auto, op het strand. Het was bewolkt dus mijn plan was om in een keer door te rijden naar Karamea en vandaar door naar het Oparara Basin om dan op de weg terug al het andere schoon onderweg te bekijken, in de zon. Zoals het Nieuw Zeeland betaamt was de weg zo bochterig als de pest en de weg van Karamea naar het Oparara Basin was me toch een puinhoop. Overal gaten in de (grind)weg en hobbels en bodchten en hobbels en gaten etc... Na iets van een half uur rijden en helemaal door elkaar gehusseld te zijn was ik dan in het Oparara Basin. Er was natuurlijk een reden waarom ik hierheen was gegaan want ze hebben hier iets van de grootste, langste krijtstene arch (ik kan geen goede nederlandse vertaling hervoor bedenken, 'boog' klinkt zo stom). Eerst stond de Oparara Arch op het programma, de wandeling hier naartoe was door prachtig bos met mos over alle bomen langs een mooi riviertje. Voordat ik het wist was ik al bij de arch, wat een gigantisch ding zeg. Hoog en lang en ongelovelijk. Na hier even rond gelopen te hebben ben ik terug gekeerd en verder gelopen naar een tweede arch. De weg naar deze arch was nog is tien keer zo mooi als de vorige, het bos was echt supergaaf. De arch was echter een stuk kleiner maar ik kon er deze keer wel onderdoor lopen en alles goed van dichtbij bekijken. Was gaaf. Daarna verder gelopen door het bos en na een tijdje kwam in bij de Mirror Tarn, een klein meertje wat er zo strak bij lag dat het wel een spiegel leek; vandaar de naam. Na de spiegel heb ik het Basin weer verlaten (wederom door elkaar geschud) en via Karamea naar Millerton gereden. Millerton is een oud goudmijners dorpje - wat ik nooit wist is dat er hier in Nieuw Zeeland bijna overal wel een keer goud is gevonden en de west kust is vol met oude, verlaten goudmijn dorpjes. Millerton was echter niet zo heel speciaal om te zien, alleen het oude badhuis was nog een soort van heel. Na Millerton ben ik doorgereden naar Denniston. Denniston ligt ergens op de top van een heuvel en na een redelijke klim was ik er dan. In Denniston was nog veel meer over van de goede oude mijners dagen. Omdat ze hier in Denniston op de top van een heuvel aan het mijnen waren moest de kool en alles anders natuurlijk op de een of andere manier naar beneden worden getransporteerd. Hier hadden ze iets zeer vernuftigs op bedacht: ze hadden een rails recht naar beneden van de heuvel af aangelegd en de volle wagon ging naar beneden met als contra gewicht de lege wagon, die hierdoor weer omhoog ging. Dit alles ging natuurlijk niet zonder ongelukken en daarom is deze manier van transport dan ook gesloten. Het leuke is echter dat er nog superveel van over is gebleven; oude roestige ijzers, de wagonnetjes, de rails, van alles. Ik voelde me net een klein kind in een groot speelparadijs. Vandaar dat ik ook iets van 2 uur op de top van de berg heb gespendeerd. Verderop was nog de oude school en het oude dorpje en nog weer wat verderop een plek waar ze volgens mij nog steeds aan het mijnen zijn. Kortom, supergaaf. Helaas begon het nu al laat te worden en moest ik vertrekken. Van Denniston ben ik via Westport verder zuid gereden en in Charleston heb ik ergens aan het strand een slaapplaats gevonden. Een mooi strand wederom.

Dag 31. Na en lekker ontbijt gelijk vertrokken richting de Pancake Rocks. Onderweg werd het uitzicht steeds mooier; de weg ging vlak langs de kust en het bos werd hier steeds mooier en groener. Voordat ik bij de Rocks was heb ik nog een klein wandelingetje gemaakt door wat bos richting de zee. Het begin was een echt oerwoud/regenwoud en langzaamaan verandere het naar minder dicht bebost en uiteindelijk was ik bij de kust. Het leken wel 4 verschillende soorten bos in 15 minuutjes wandelen. Best bizar. Na deze wandeling doorgereen naar de Pancake Rocks. De Pancake Rocks heten de Pancake Rocks omdat ze net op een grote stapel pannenkoeken lijken. Op een of andere duistere reden heeft de natuur deze prachtige rotsen weten te vormen en ze doen hun naam daadwerkelijk eer aan. Na hier wat rondgewandeld te hebben en versteld te hebben gestaan van de supergave rotsformaties ben ik verder gereden - ik moest kilometers maken - naar Greymouth. Het rijden ging echter niet helemaal lekker en in Greymouth heb ik dan ook ff een lunchpauze ingelast om tot rust te komen. Hierna was het nog maar een kort ritje naar Hokitika. In Hokitika was mijn plan een douche te scoren (ik had al sinds Wellington geen douche meer gezien) maar dat ging helaas niet door dus heb ik maar wat geinternet en wat rondgelopen. Net toen ik op weg wilde gaan naar de Hokitika Gorge begon het steeds harder te regenen en het bleek ook nog een langere rit te zijn dan ik dacht. Mijn ruitenwisser (met taairib) hield deze keiharde regen niet lang vol en ik moest dan ook weer midden in de knallende regen de auto stoppen en de ruitenwisser weer van de grond rapen. Uiteindelijk ben ik toch heel angekomen bij de Gorge maar de regen was zo naar dat ik de auto niet uit wilde gaan. Toen heb ik het ergste maar afgewacht en na een half uurtje klaarde het daadwerkelijk op. Snel ben ik de auto uitgesprongen en ik stond versteld van het ongelovelijk turqoise water in de Gorge. Het leek allemaal wel nep. Na wat rondgewandeld te hebben ben ik terug in de auto gesprongen en vertrokken richting Ross, wederom een oud goudmijners dorpje. Gelukkig was het droog in Ross dus besloot ik de rondwandeling langs oude goudmijn bezigheden te maken. Ik was echter nog steeds blootvoets en halverwege de wandeling begon het toch wel heel erg naar te worden over al dat grind. De wandeling ging door mooi bos en ik kwam nog langs een riviertje waar af en toe nog echt naar goud wordt gezocht. Ook kwam ik nog langs een oud goudmijners hut en het kerhofje. Tien seconden voordat ik bij mijn auto kwam begon het weer met bakken uit de hemel te vallen en eenmaal in mijn auto ben ik er de hele dag niet meer uit gekomen. Vanuit Ross ben ik doorgereden richting de gletsjers. Onderweg - na lang zoeken over rare grindwegen - heb ik ergens mijn slaapplaats gevonden aan Lake Ianthe.

Vanaf dag 32 was het weer alleen nog maar goed hier aan de west kust. Na een heerlijk ontbijt aan het meer ben ik vertrokken richting Franz Josef. Onderweg was de combinatie van de lucht, bergen en wolken prachtig om te zien en na een tijdje rijden was ik bij Okarito. In Okarito heb ik de Okarito Trig wandeling gedaan wat mij bovenop een heuveltje bracht met prachtig uitzicht over de Southern Alps. Ongelovelijk. Daar was ik dan, dit was waar ik voor naar Nieuw Zeeland ben gekomen. Op de top heb ik wel iets van een half uur versteld gestaan van het uitzicht voordat ik weer naar beneden ging en in de auto ben gesprongen. Van Okarito ben ik doorgerden naar Franz Josef met onderweg nog een slalom langs allerlei Triatholommende sporters. In Franz Josef heb ik als eerste een wandeling op de gletsjer geboekt en daarna ben ik een hostel binnen gegaan voor een heerlijke douche. Ongelovelijk, na 10 dagen zonder douche waardeer je de douche meer en weet je weer hoe fijn het is om te douchen. Na deze zeer welkome verfrissing ben ik richting de Franz Josef gletsjer gereden en heb ik hier eerst een wandeling naar een mooi spiegelmeertje gemaakt en daarna ben ik naar de 'terminal face' (de kop) van de gletsjer gelopen. Eerst door bos en daarna over de rivierbedding. Echt dichtbij kon ik niet komen maar vanaf hier stond ik al versteld en kon niet wachten tot ik morgen dat bakbeest zou gaan beklimmen. Hierna ben ik terug gelopen en heb ik gelunched in de auto. Daarna ben ik nog even snel naar een uitkijkpunt gelopen en toen ben ik terug gekeerd naar het dorpje om even lekker niks te doen en tv te kijken. Voor de rest heb ik die dag niet veel meer uitgevoerd behalve boodschappen, koken en tv kijken. Heerlijk. Mijn slaapplaats was ergens op een duistere parkeerplaats.

Dag 33 was de dag dat ik een gletsjer zou gaan beklimmen. Hiervoor moest ik natuurlijk vroeg uit de veren. Na een heerlijk ontbijtje heb ik echt het meest supergave openbare toilet ontdekt; hij praatte tegen me en er werd zelfs een muziekje gespeeld, mijn ochtend kon niet meer stuk. Na wat uitleg over jassen en 'crampons' (spikes) en geheel aagekleed te zijn was het dan zover, tijd voor een wandeling over een gletsjer. Eerst moesten we natuurlijk naar de gletsjer toe lopen en toen we eenmaal bij de terminal face aankwamen was het tijd om de crampons aan te doen en de gletsjer op te lopen. Dit kon natuurlijk niet gewoon zomaar, onze allerliefste gidsen waren al de hele ochtend bezig om mooie trappen uit het ijs te hakken zodat wij relatief makkelijk de terminal face konden beklimmen. Na 40 minuten van trap lopen, door smalle doorgangen en vooral veel ijs waren we op de top van de gletsjer. Ongelovelijk mooi en prachtig en gaaf en verrassend schoon. Ik had verwacht dat alles er zo'n beetje uit zou zien als de voorkant, vol met rots en grind. Dit was echter niet het geval en hier op de top was het uitzicht al ongelovelijk mooi. We konden zien wat ons nog te wachten stond en waar we vandaan kwamen. Verder omhoog werd het ijs steeds blauwer en we gingen zelfs nog door een soort tunnel/grot ding waar het ijs echt puur blauw was. Hoe verder we vorderde op de gletsjer hoe mooier de ijsformaties werden en de gangetjes werden steeds nauwer en de ijswanden steeds stijler. Op een gegeven moment was de gids zelfs nog een soort van verdwaald en moesten we een half uur wachten voordat ze hun weg door het ijs hadden gehakt. Hierdoor kwamen wel hoger op de gletsjer dan iedereen en anders en ook kwamen we door de meest supervette ijsstructuren. Helaas waren we wat tijd verloren met al de gewacht en gehak dus moesten we wel een beetje haasten om weer naar beneden te gaan. De weg terug was alles toch minder mooi en alles wat in de ochtend nog echte traptreden waren was nu allemaal bezig te smelten en er waren steeds meer smeltwater plasjes onderweg. Uiteindeljk, na 6 uur op de gletsjer te hebben gespendeerd, waren we weer beneden en konden de crampons weer af. Tijd om terug te gaan naar het dorp. Ongelovelijk wat een dag. Zelden heb ik zoiets vets gedaan. Natuurlijk kon ik nu niet gaan auto rijden, dat zou de dag alleen maar verpesten dus besloot ik weer in het zelfde hostel te gaan chillen en de volgende morgen verder te reizen. Slapen was wederom op de duistere parkeerplaats.

Dag 34 was een drukke dag. Nadat ik vroeg was opgestaan ben ik gelijk vertrokken richting Fox Glacier, de tweede makkelijk berijkbare gletsjer. Eerst heb ik echter de afslag gemaakt naar Lake Matheson waarvan prachtige uitzichten zijn van Mt Cook en Mt Tasman. Om alles nog is beter te maken fungeert Lake Matheson ook nog is als een spiegel waardoor het allemaal nog is tien keer fotogenieker wordt. Na hier omheen te zijn gelopen en genoten te hebben van de uitzichten en bossen ben ik verder gereden naar Gillespies Beach. Bij Gillespies Beach ben ik wederom aan een wandeling begonnen. Eerst langs een oude goudmijn installatie waarna ik op het strand belandde. Een supergaaf strand met allemaal zwerfhout en waar de golven echt keihard te keer gingen. Via het bos ben ik nog bij een lagoon gekomen en via hier ben ik weer in een prachtig regenwoud/bos beland waar een oude mijners tunnel was. Vanaf de tunnel ben ik weer omgekeerd en onderweg realiseerde ik me dat ik de gletsjer vanaf het strand kon zien. Dat is toch wel bizar als je er zo over nadenkt. Van Gillepsies Beach ben ik toen naar Fox Glacier gereden en ben ik naar de gletsjer toe gelopen. Op zich was het vrijwel hetzelfde als Franz Josef maar toch is het wel raar om zo'n grote bonk ijs te zien als je net van het strand af komt. Hierna besloot ik om nog naar een uitkijkpunt te wandelen wat nog een redelijk steile klim bleek te zijn. Het bos waar ik doorheen liep was echter wel weer prachtig om te zien met al haar bemoste bomen en groene, groene kleuren. Vanaf en uitkijkpunt had ik een beter overzicht over de gletsjer wat gaaf was om te zien. Daarna ben ik terug gekeerd naar de auto en het ik Glacier Country verlaten. Wat een zonde. Op naar Haast. Onderweg nog gestopt bij Bruce Bay voor een prachtig strandje en daarna bij Lake Moeraki, waar ik uiteindeljk de nacht zou spenderen. Eerst heb ik echter nog een wandelingetje door het bos naar Monro Beach gemaakt. Monro Beach was een prachtig strand met supergave rotsen overal, helaas waren mijn vrienden de sandflies hier weer overvloedig aanwezig dus heb ik het strand maar gauw verlaten. De rest van de avond heb ik in de auto gezeten.

Helaas moest ik op dag 35 de west kust van Nieuw Zeeland verlaten. Het enige voordeel was dat ik dan eindelijk verlost zou zijn van die etterende sandflies, ze lieten me echter niet zomaar gaan. Rustig aan ben ik opgestaan en na een ontbijtje was mijn eerste stop Knights Point, hier heb ik van het uitzicht genoten en daarna ben ik door gereden naar Ship Creek. Bij Ship Creek heb ik twee korte wandelingetjes gemaakt; eentje door het moeras waar de grootste boom van Nieuw Zeeland staat (wat ik overigens niet geloof) en de andere was door de duinen en over het strand naar een prachtig meertje achter de duinen. Na deze natuurwonderen ben ik naar Haast gereden, hier heb ik bijgetankt en toen ben ik door gereden naar Jackson Bay. Onderweg weer een kort wandelingetje door een speciaal soort vegetatie en natland. Daarna via een oneindige, ongelovelijk rottige grindweg naar een uitkijkpunt over de Red Hills en Cascade Valley gereden. Dit was toch wel extreem veel moeite voor een simpele uitkijk. Wat een gedoe. Wat trouwens leuk is om te weten is dat dit het zuidelijkste, via een weg begaanbare gedeelte van de west kust is. Toch ben ik toen maar gauw terug gekeerd en naar Jackson Bay gereden. In Jackson Bay was het uitzicht prachtig. Het leek wel een beetje op wat ik me voorstel van Milford Sound. Na hier een kort wandelingetje naar een klein strandje te hebben gemaakt (wat niet heel speciaal was) besloot ik een wat langere wandeling te gaan maken naar Smoothwater River en Bay. Wat een nare, nare wandeling was dit. Alleen maar hetzelfde; boomstronken, plassen met modder en water en het schoot maar niet op. Uiteindelijk belandde ik bij Smoothwater Bay, wat trouwens wel een mooi strand was. Helaas hadden de sandflies nog een fijn afscheid voor me geregeld en ik werd helemaal lek gebeten. Snel ben ik toen terug gekeerd en op de terugweg werd het me allemaal te veel. Ik ben nog in een modderplas beland met mijn schoen, de weg half kwijt geraakt en nog meer natte voeten gehaald. Uiteindelijk, na een helse tocht, was ik terug bij de auto. Nu moest ik mijn schoenen nog schoon maken, dat kon wel in de zee dacht ik. Op dit strand waren echter nog meer sandflies en snel ben ik de auto weer ingerend. Tot overmaat van ramp had ik de deur ook nog open gelaten dus waren ze allemaal de auto ingeslopen. Wat een helse beestjes zijn het ook. Daarna ben ik gauw door gereden naar Haast en ben ik richting de Haast Pass gereden. Ergens halverwege langs de weg vond ik het wel mooi geweest en ben ik gestopt om de nacht te spenderen. Een prachtig berglandschap lachtte mij toe.

Vandaag, dag 36, zou ik naar Queenstown rijden. De place to be voor backpackers. Een groot feest. Ik was echter nog niet echt dichtbij dus er stonden mij nog aardig wat kilometers te wachten. Eerst heb ik onderweg nog de Haast Pass beklommen maar het uitzicht vanaf hier viel me wel een beetje tegen. Snel ben ik toen door gereden naar Wanaka. Eerst ben ik nog bij de Blue Pools gestopt, een soort van meertjes met prachtig mooi helder water. Daarna ben ik nog langs Lake Wanaka en Lake Hawea gereden. Wat een gigantische meren zijn dat zeg. En ze zijn omgeven door prachtige bergen en de herfstblaadjes waren allemaal mooi en geel. De weg langs deze twee giganten was echt ongelovelijk mooi met prachtig uitzicht over de bergen en meren en ik kon allemaal niet echt bevatten. In Hawea heb ik nog even rustig van het uitzicht genoten voordat ik in Wanaka aankwam. Wanaka is een prachtig dorpje, perfect gelegen aan Lake Wanaka. Snel besloot ik dan ook lekker te gaan lunchen aan het meer. Na mijn lunch ben ik aan een wandeling langs het meer begonnen en de herfstbladeren waren hier nog mooier en het was allemaal heel rustiek. Na deze prachtige rondwandeling besloot ik dat het nu tijd was om richting Queenstown te vertrekken. Om bij Queenstown aan te komen moest ik echter nog de Crown Range bedwingen. Deze weg begon redelijk vlak maar al gauw werd het bochterig en stijl en eenmaal op de top had ik een prachtig uitzicht over het dal waar Queenstown zich in bevindt. Ook is deze weg de hoogste geasfalteerde weg in Nieuw Zeeland, volens mij is de top op iets van 1000 meter ofzo. Kortom, prachtig uitzicht. Daarna moest ik weer naar beneden, eenmaal beneden besloot ik eerst nog even Arrowtown te bezoeken. Arrowtown is wederom een oud goudmijners dorpje maar de hoofdstraat hebben ze in de oude stijl geprobeerd te houden waardoor het er echt belachelijk, extreem toeristisch en kitsch uitziet. Arrowtown heb ik dan ook snel verlaten en ik begon nu ook een beetje zat te worden van al het auto rijden. Eindelijk was ik dan in Queenstown, bek af. Ik wist dat iedereen die ik in Taupo had ontmoet ook weer in Queenstown waren dus dat was wel gezellig. Deze avond ben ik ook maar gelijk uit gegaan en heb ik aardig wat biertjes geconsumeerd, zoals dat dan gaat.

Dag 37 werd ik brak wakker in mijn autootje. Ik dacht bij mezelf: wat is de beste manier om van de brakkigheid af te komen? Een bungy jump. Waarom niet? You only live once. En gezien ik hier in de geboorteplaats van de commerciele bungy jumperij ben besloot ik gelijk maar een van de hoogste in de wereld te gaan doen. De Nevis, 134 meter hoog. Ik dacht mezelf wat tijd te gunnen toen ik het boekte maar alles bleek vol behalve de sessie om 12 uur en het was nu 11.30. Dat moest te doen zijn. Ingechecked en alles en na (uiteraard) lang wachten was het dan zover: tijd om de springen. Wat mij echter niet verteld was was dat we eerst nog een 45 minuten lange busrit in het verschiet hadden. Het eerste stuk was gewoon over de weg maar later namen we een afslag naar een grindweg en het laatste stuk was over de smalste, stijlste weg die ik ooit gezien heb. Dit was bijna nog enger dan de sprong zelf. Daar waren we dan, de Nevis. De Nevis is extra speciaal omdat je niet van het vaste land afspringt, neen. Het is een springplatform wat omhoog wordt gehouden door kabels en het hangt midden boven een ravijn. Dat ging al lekker. Na in mijn pakje te zijn gehesen moesten we nog meer wachten, de spanning was niet meer te houden en toen.. toen moest de eerste persoon springen en dat zag er op zich nog niet zo eng uit. Natuurlijk stond ik nu nog van de kant te kijken en moest ik nog met het kabelwagentje naar het springplatform worden vervoerd. Oeh, daar gingen we. Wat bizar allemaal. Voordat ik het wist had ik al enkelbanden om me heen en moest ik al bijna springen. Wat? He? Oh, springen. Daar ging ik dan, langzaamaan naar de rand waggelen. Wat ging het allemaal snel zeg... 3, 2, 1... "Waar ben ik in godsnaam mee bezig?", dat was het enige wat in mijn hoofd schoot het moment dat ik sprong. Wat ben ik ook een idioot. Enkele seconden later wist ik echter precies waar ik in godsnaam mee bezig was en was het tijd om te genieten. Wat ben ik ook een held. Na een paar keer op en neer te zijn gebungeld werd ik weer omhoog gehezen en kon ik de hele dag niet meer ophouden met glimlachen. Wat een ervaring zeg. Na de sprong hadden ze nog een kleine BBQ en moest ik wachten tot de rest klaar was. Ik kon alleen maar genieten. Uiteindelijk was het tijd om terug te keren naar Queenstown. Wat moest ik nu nog de rest van de dag doen? Niks. Ik heb een beetje rondgelopen, boodschappen gedaan en 's avonds nog een kalm biertje gedaan. Ik was echter gesloopt en rond de klok van 10 viel ik bijna in slaap. Wat trouwens een zeer welkome verrassing was was dat de jongens een vrij bed in hun kamer hadden en ik van hun best daarin mocht slapen. Heerlijk! Een warm, zacht bed! Dat was wel een maand geleden, als het niet meer is.

Dag 38 werd ik wakker na de beste nacht slaap ooit. Snel heb ik de kamer verlaten zodat de schoonmakers me niet zouden ontdekken en heb ik weer ontbeten in mijn auto. Daarna was het tijd om mijn foto's terug te krijgen (weten jullie nog dat ik die CD met foto's kwijt ben geraakt? Gisteren had ik dat ontdekt). Op naar de foto zaak. Vol goede verwachtingen heb ik mijn geheugen kaart daar gedropt en zij zouden proberen de foto's terug te krijgen. Ik had dit al eens eerder gedaan in Australie en daar hadden ze redelijk veel terug gevonden. Na de kaart te hebben gedropt besloot ik mijn was maar is te gaan doen, niet geheel onbelangrijk. Ook heb ik in de tussentijd nog (eindelijk) mijn ruitenwisser laten maken (gratis). Ik was weer helemaal blij en het was nu tijd om mijn geheugenkaart op te halen. Vol goede moed ging ik naar de foto zaak. Toen ik zag wat ze hadden weten terug te vinden kwam de stoom uit mijn oren. Wat een etters! Helemaal niks, alleen de foto's die ik zelf nog wel op een CD kon branden. Daar betaal je dan $40 voor. Ik was niet te genieten. Na een korte discussie met de baas heb ik het maar gelaten voor wat het was. Oeeh, ik was pis link. Ik heb mezelf geprobeerd te kalmeren tijdens de lunch, wat redelijk lukte. Daarna ben ik weer naar het hostel gegaan en heb ik wat rondegehangen met de jongens, een beetje pool, een beetje eten. Daarna was het tijd om uit te gaan. Mijn laatste avond in Queenstown. Gelukkig hadden ze weer een bed vrij dus ik kon vannacht weer heerlijk slapen. Na een door Neill samengestelde kroegentocht, waardoor we in aardig wat vreemde kroegen terecht zijn gekomen, was het rond 5 uur tijd om te gaan slapen. In een bed.

Zo. Dat was het weer voor vandaag. Ik hoop dat jullie een beetje een beeld krijgen van wat ik nou eigenlijk de hele tijd aan het doen ben. Morgen zal ik proberen weer wat te schrijven maar misschien zit ik dan ergens anders want ik heb nog geen bericht over de auto en het beestje moet natuurlijk wel verkocht worden.

Cheers,
Maarten

  • 25 April 2008 - 09:10

    Breg:

    En weer zo'n bloedstollend mooi verhaal. Ik ga nu gelijk centjes overmaken voor de fotoruimte!!!!! Jij daar bovenop die gletjers en bergen, ik zie het helemaal voor me. Genieten man!!!!

    Was heel erg leuk om vanmorgen samen verjaardag te vieren aan de telefoon. Heel veel liefs en slaap lekker in je schone zachte bed!!!!!!!!!!!


  • 25 April 2008 - 09:16

    Maria:

    Jee Maarten wat een heerlijk lang verhaal. Trouwens allereerst gefeliciteerd met je moeder!. Elke keer als ik je verhalen lees denk ik: daar wil ik ook hene maar nu weet ik het zeker. Allen dat bungee jumpen... echt never nooit niet. Ben benieuwd of je de foto's nog terug kan krijgen. Kan je ze niet terug downloaden van deze site?
    Ik heb ene huis gekocht in Amsterdam aan de Kennedylaan, ga eind augustus erin.

  • 27 April 2008 - 08:24

    Wannes:

    Maarten, Wat een mooie gekkigheid allemaal! en Ja, je bent een held:) fijn dat je nog steeds je onbeschonke zelfkennis hebt! Hier in Holland is de zon ook eindelijk gaan schijnen, kan ik bungee jumpen van me balkon en is de koningin bijna jarig! ook allemaal gekkigheid dus! Maarten, Cheers en keep up the good work!

    xXx Wannes

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Maarten

Actief sinds 21 Dec. 2006
Verslag gelezen: 220
Totaal aantal bezoekers 47730

Voorgaande reizen:

11 Februari 2015 - 02 September 2015

Zuid Afrika

06 Januari 2012 - 15 Augustus 2012

Studeren en reizen

09 Augustus 2007 - 23 Juli 2008

Mijn eerste reis

Landen bezocht: