Stalen paarden, stalen vogels en Maarten - Reisverslag uit Fremantle, Australië van Maarten Gemert - WaarBenJij.nu Stalen paarden, stalen vogels en Maarten - Reisverslag uit Fremantle, Australië van Maarten Gemert - WaarBenJij.nu

Stalen paarden, stalen vogels en Maarten

Door: Maarten

Blijf op de hoogte en volg Maarten

10 Mei 2008 | Australië, Fremantle

G'day, zoals de echte Australiers dat dan zeggen. Terug in Aussi land is alles nog precies hetzelfde als hoe ik het had achtergelaten. Zij het dat het er hier aan de West kust toch allemaal wat langzamer (lees: relaxter) aan toe gaat dan daar in het Oosten van het continent. Maar goed, ik moet jullie eerst nog vertellen over hoe het verder ging met de zwarte bladzijde in mijn reisdagboek en of ik nog wat (stalen) centjes heb kunnen verdienen aan mijn edele ros.
Ook zal ik jullie vertellen over mijn belachelijk lange vlucht van Sydney naar Perth en het leven hier in Perth. Als allerlaatste heb ik nog een speciale mededeling voor jullie... wil je weten wat het is? Lees dan gauw verder (niet in een keer naar het einde van het verhaal natuurlijk, dat is vals spelen).

Eerst Nieuw Zeeland.... wat lijkt dat al lang geleden. Ongelovelijk hoe snel dat hier allemaal gaat. Maar ja, genoeg met de sentimentaliteit, tijd voor echte verhalen. Ik had jullie achtergelaten bij de zeeleeuwen, mijn nieuwe beste vrienden...

Nadat ik dus de zeehonden op het nabij gelegen strand had bezocht ben ik weer snel de auto in gesprongen en ben ik verder gereden naar Slope Point, het zuidelijkste puntje van het Zuider eiland van Nieuw Zeeland. Dat was me wat zeg. Even voor de duidelijkheid, hier in de Catlins hebben ze volgens mij nog niet echt van asfalt gehoord; alles wegen zijn zand/grind/andere troep wegen. Niet echt makkelijk om te berijden zeg maar. Dit feit maakt het avontuur wel een stuk groter. Maar ja, na een rit over de zandwegen was ik dus bij Slope Point. Tijd voor een korte wandeling vanaf de parkeerplaats door boerenland naar het daadwerkelijke zuidelijkste puntje. Wat bijzonder was aan dit plekje was dat zodra ik in de buurt kwam van de (zeer kleine) vuurtoren het landschap opeens drastisch verandere van mooi groen gras naar een soort maanlandschap, zo dood als een pier. Alleen het zuidelijkste puntje, alles eromheen was prima. Gek. De kustlijn was ook niet verkeerd en nadat ik al dit natuurschoon goed in had opgenomen ben ik weer terug gegaan naar de auto om vervolgens verder te rijden naar Curio Bay. In Curio Bay is een oud bos te zien. Een heel oud bos. En het is ook niet echt meer een bos maar versteende boomstronken die, als het getijde hoog is, onder water staan. Dit was helaas het geval dus ben ik naar buurman Porpoise Bay gereden om later terug te keren naar het bos. In Porpoise Bay ging ik op zoek naar meer zeeleeuwen op het (prachtige, moet gezegd worden) strand. Geen zeeleeuwen helaas maar terwijl ik op het strand liep zeg ik plots allemaal dolfijnen in de golven spelen. Wat een pretmakers. Een beetje rond te dartelen in het water en met de golven mee te zwemmen. Hier ben ik toen maar eens goed voor gaan zitten en heb lekker genoten van deze gave beesten. Ik begon nu wel hongerig te worden dus was het tijd voor lunch, met uitzicht op de dolfijnen uiteraard. Na de lunch ben ik weer naar Curio Bay gegaan en heb het bos eens even goed bekeken. Echt raar om te zien zo die stronken. Sommige waren omgevallen, andere alleen nog maar de stompjes. Heel interessant. Omdat alles nu wat sneller ging de gepland had ik tijd over om nog een keertje naar Porpoise Bay te gaan en daar heb ik een korte strandwandeling gemaakt en nog wat meer rond gekeken. Na Porpoise Bay ben ik naar McLean Falls gereden. Onderweg hier naar toe werd ik opeens knetter moe en kon ik nog net op de parkeerplaats parkeren voordat ik in slaap viel. Na een heeriljk dutje, dat deed me goed, ben ik toen naar de McLean Falls gelopen. De watervallen waren prachtig mooi, ze gingen trapsgewijs naar beneden. Heel indurkwekkend allemaal. Op de weg terug, net voordat ik bij de auto kwam, kwam ik erachter dat ik alweeheer de sleutel in de auto had laten zitten. Natuurlijk niet over nagedacht toen ik met mijn slaperige hoofd de auto verliet. Tot overmaat van ramp kwam ik er toen ook nog eens achter dat mijn band lek was! AAAH! Verdoemde grindwegen hier ook. Wat een gezeik allemaal. Gelukkig was er een zeer behulpzaam en aardig stel die mij hielp met in de auto inbreken (ijzerdraadje was dit keer effectief genoeg) en later, toen ik de moeren van mijn band niet los kreeg, hebben ze me daar ook nog mee geholpen. Na mijn band te hebben vervangen met de reserve band was ik weer klaar om te rocken. Tenminste... ik had mijn banden toen ooit in Greymouth vervangen weet je nog? Nu, de reserveband paste helemaal niet tussen de andere banden; een geheel andere maat. Voor de rest van de Catlins heb ik dus met angst rond gereden dat de andere banden het niet aan konden of weet ik veel wat en heb ik niet sneller gereden dan 70 km/h. Na al dit gedoe ben ik naar de Cathedral Caves gereden. Na een wandelingetje door het bos kwam ik uit op het strand en vanaf hier was het nog maar een klein stukje naar deze grote grotten. Indrukwekkend waren ze wel en ook een speelparadijs voor de fotograaf. Hier heb ik dus wat rondegelopen en gekeken maar het werd nu al wat later dus ik moest gauw weer vertrekken. Na de Caves ben ik naar Lake Wilkie gereden en heb ik hier nog wat rond gekeken, daarna naar Tautuku Bay en hier was tevens mijn rustplaats voor de nacht. Wat een ongelovelijke dag, ik was zo gaar als twee garen en had het helemaal gehad met auto rijden en alles wat daarbij kwam kijken. Tijd voor vastigheid, tijd voor Perth.

Dag 43 stapte ik met het goede been uit bed en was alles weer goed. Wat een nacht rust toch al niet met een mens kan doen. Ik was herboren. Tijd om de rest van de Catlins te overwinnen. Als eerste stond Florence Hill op het program. Dit bleek echter een heuveltje te zijn waar de weg gewoon overheen ging en het uitzicht was niet echt overdonderend, gezien het aan het miezeren was en dus overal wolken waren. Na Florence Hill waren de Matai en Horseshoe Falls aan de beurt. Deze watervallen waren niet zo indrukwekkend als die van gisteren, het had wat harder moeten regenen denk ik. Hierna door naar de Purakaunui Falls, een mooiere waterval met een mooi bos eromheen. Na de Purakaunui Falls wilde ik naar Jack's Blowhole rijden maar op de een of andere manier wist ik de afslag te missen en was ik plots al in Owaka. Owaka is de grootste "stad" in de Catlins met iets van 400 inwoners, gekkenhuis dus. Van Owaka wist ik via een andere weg de weg naar Jack's Blowhole te vinden en tevens Jackson Bay. Aangekomen in Jackson Bay bleek het nog een half uur lopen over volgepoepte schapenveldjes te zijn naar het Blowhole. Eenmaal bij het Blowhole was er niet veel te zien en ben ik ietwat teleurgesteld terug gekeerd naar mijn trouwe vrind. Jackson Bay was trouwens wel heel mooi. Vanaf Jackson Bay ben ik terug gereden naar Owaka en van Owaka ben ik naar Cannibal Bay gereden. Zeeleeuwen tijd! Yes! Drie deze keer. Eentje ging zelfs nog allemaal poses doen. Wat zijn het toch ook een heldhaftige beesten. Pure helden. Hier in Cannibal Bay heb ik lekker mijn tijd genomen voor een wandeing over het strand en later een lekkere lunch met de zeeleeuwen. Na een laatste vaarwel te hebben gezegd tegen mijn vrienden ben ik door gereden naar Nugget Point. Nugget Point is supergaaf. Het is zeg maar een vuurtoren ergens op een smal riggeltje rotsen die, wonderbaarlijk genoeg, op kan lijken te liggen. De grondlagen zijn niet horizontaal maar verticaal. Mooi om te zien dus en ergens beneden waar de zee zijn gang gaat liggen nog zeehonden en zeeleeuwen lekker te chillen. Mooi. Op de weg terug heb ik toen nog Roaring Bay bekeken en vandaar door gereden naar Kaka Bay (waar ik wederom de sleutel in de auto liet zitten, ik ben vanaf nu bewapend met de reserve sleutel altijd in mijn broekzak) waarna ik de Catlins heb verlaten en ik in Balclutha weer een relatief grote stad vond. In Balclutha heb ik bijgetankt en ben ik een jacht naar tweedehands banden gestart. Na wat rond vragen kwam ik bij een of andere gare auto zaak die geen tweedehands had maar wel nieuwe voor me had voor $65 per stuk. Dat liet ik me geen twee keer zeggen en snel heb ik de auto voor de zaak geparkeerd en kon alles vervangen worden. Eindelijk goede banden, wat een opluchting. Echter, ik had niet genoeg geld bij me. Geen nood, de baas gaf me zomaar een lift naar de dichtstbijzijnde pin automaat en ik no-time was alles gefixt en was ik weer vrolijk en blij in het rond en $130 armer. Vanaf Balclutha ben ik toen maar gelijk door gekacheld naar Dunedin. In Dunedin ben ik (illegaal) een hostel in gedoken en heb ik lekker eten klaar gemaakt en heb ik wat tv gekeken. Later heb ik iets verderop aan de kant van de weg geslapen.

Dag 44 was het tijd om weer eens lekker te douchen. Hierna heb ik boodschappen gedaan en ben ik richting Otago Peninsula gereden, waar wildlife heerst. Al gauw kwam ik er echter achter dat het niet alleen wildlife is wat de klok slaat. Het uitzicht was ook zeker niet verkeerd en de weg ging strak langs het water wat prachtige uitzichten over Dunedin haven gaf en het rijden ook iets spannender maakte want er was nergens een vangrail te bekennen en de bochten waren weer lekker scherp. Onderweg naar te top ben ik nog langs een supermooie Marae gekomen (weten jullie nog wat dat is?), dat was een tijd geleden dat ik zoiets had gezien. Ze doen hier in het Zuiden duidelijk niet zo veel aan Maori. Ook kwam ik daarna nog langs een strandje met een zeeleeuw, dat was een goed teken voor de rest van de dag. Op naar Taiaroa Head, de enige plaats waar de albatros op het vaste land broedt. Dat riep om een toertje natuurlijk. Helaas waren de wind en het seizoen niet goed dus de echte grote albatrossen - vleugel spanwijdte van 3 meter - waren niet present. Wel waren er "kleine" baby albatrosjes die we wel konden zien. Best gaaf om te zien maar het was allemaal een beetje ver weg dus niet zo speciaal als ik dacht dat het zou zijn. Na de albatrossen heb ik ff gechilled en van de rots kliffen en uitzichten genoten. Daarna ben ik doorgereden naar Victory Bay waar ik hoopte meer zeeleeuwen tegen het lijf te lopen. Het was een half uurtje lopen naar het strand en onderweg kwam ik nog langs de Pyramids. Mooi uitzicht wel vanaf de top. Hierna ben ik doorgelopen en uiteindelijk kwam ik uit bij een prachtig strand. Wit zand deze keer, voor de verandering. Helaas geen zeeleeuwen dus ben ik weer terug gekeerd en ben ik daarna door gereden naar Allans Beach. Onderweg kwam ik nog langs allerlei mooie lagoons en meertjes. Ze hebben hier op de Peninsula trouwens ook nog nooit echt gehoord van asfalt, deze keer was ik echter veilig wat banden betreft. Allans Beach was wederom een prachtig strand maar na een lange wandeling kwam ik helaas weer geen zeeleeuwen tegen. Na Allans Beach ben ik verder gegaan naar The Chasm, ik had geen flauw idee wat dat zou zijn maar het klonk wel interessant. Vanaf de parkeerplaats heb ik toen eerst nog een Lookout bezocht die echt supergave uitzichten gaf over de Otago Peninsula. Het begon nu al wat laat te worden dus heb ik gehaast naar The Chasm, wat een grote landverzakking of zoiets bleek te zijn. Heel apart. Na de Chasm ben ik gauw door gereden naar Sandfly Bay. Sandfly Bay was prachtig, deels omdat de zonsondergang het zand prachtige kleuren toedichtte. Ik had Sandfly Bay als laatste bewaard want rond zonsondergang schijnen hier de zeer zeldzame 'Yellow Eyed Penguins' aan wal te komen na een dag hard vissen. Die wilde ik natuurlijk wel zien. Op het strand kwam ik eerst nog een zeeleeuw tegen (yes!) en na hem bekeken te hebben heb ik gauw een plekje gezocht tegen de duinen aan om de pinguins te bekijken. En jawel, de eerste pinguin kwam langzaamaan de zee uit hobbelen. Aan mijn rechterhand had ik een zeeleeuw liggen, een mijn linkerhand kwam een zeldzame pinguin het water uit hobbelen en boven me was een prachtige gekleurde hemel. Wat wil een mens nog meer? Na de tweede pinguin een poging te hebben zien doen aan wal te komen - de beestjes zijn nogal schuw en bij het minste of geringste geluid rennen (voor zover pinguins kunnen rennen) ze terug het water in - heb ik het strand verlaten voordat het te donker zou worden. Eenmaal terug bij de auto was het al zo goed als donker en op de weg terug had ik hierdoor een prachtig uitzicht over een verlicht Dunedin. Prachtig. Na verrassend makkelijk mijn weg terug naar het hostel te hebben gevonden kon ik tevreden gaan chillen. Wat een dag zeg, wat een dagen. Ik ben verliefd op alle wilde beesten hier. Niet te geloven. Slapen deed ik wederom weer aan de kant van de weg.

Dag 45 was rustdag. Gezien ik nog wat tijd over had had ik besloten rustig aan te doen en een dagje rond te hangen in Dunedin, de grootste stad op het Zuider eiland na Christchurch. Waar gisteren het zonnetje nog lekker warm scheen was het vandaag opeens bar koud. Niet watjes koud maar echt T-shirt + trui + jas koud. In de morgen heb ik een beetje rond gelopen maar al gauw besloot ik dat het te koud was dus ben ik terug naar het hostel gelopen en heb ik een filmpje in de DVD-speler gegooid (Napoleon Dynamite, veels te grappig). Na de DVD was het tijd om Dunedin te verlaten en te vertrekken naar Oamaru, waar nog meer Yellow-Eyed Penguins zijn en ook nog een kolonie Litle Blue Penguins. Onderweg naar Oamaru ben ik nog bij Moeraki gestopt. Eerst de vuurtoren bekeken en daarna de Moeraki Boulders bekeken. Dit zijn een stel stenen die op het strand liggen. Een stel stenen zul je denken, wat is daar nou speciaal aan? Wel, de stenen zijn zo goed als perfect rond. Ongelovelijk wat Moeder Natuur allemaal wel niet in petto heeft. Na de Boulders ben ik snel weer de auto in gedoken, het was nog steeds belachelijk koud. Snel ben ik door gereden naar Oamaru om de pinguins nog te kunnen zien. Eerst de Yellow Eyed. In eerste instantie was ik teleur gesteld want de hut van waar je ze zou moeten kunnen zien was belachelijk ver van het strand en ik zag dus niet veel, alleen ergens in de verte. Op mijn weg terug kwam ik echter nog langs een ander uitkijkpunt en hier zat een stelletje iets van 5 meter van me vandaan. Niet schuw, niks. Hier heb ik dus maar mooi wel ff van genoten. Helaas begon ik nu bijna te bevriezen dus ben ik snel de auto weer ingedoken. Nu was het tijd voor de Blue Penguins. Deze kleine beestjes - die ik trouwens als eens eerder heb aanschouwd, op Kangaroo Island wel te verstaan - komen echter pas uit het water als het donker is. Wachten was dus het devies. Uiteindelijk heb ik nog een pinguin weten te spotten, grappige beestjes wel. Na al dit pinguin geweld ben ik naar de Lookout gereden alwaar ik een mooi uitzicht had over de stad. Mijn plan was hier te slapen maar ze sloten de parkeerplaats af 's nachts dus heb ik ergens langs de weg mijn nacht moeten spenderen.

Dag 46 bestond vooral uit veel auto rijden. Na in Oamaru bijgetankt te hebben - zowel benzine als eten voor het baasje - ben ik vertrokken richting Mt Cook/Aoraki, de hoogste berg in Australasia (ik weet niet wat dat precies inhoud maar het is vast zoiets als Australie, Nieuw Zeeland en Indonsie). Kortom, hoge berg. Mt Cook/Aoraki (Aoraki betekent 'cloud piercer' in Maori) ligt echter in de Southern Alps, wat meer West kust is dan Oost kust, dus er moest veel gereden worden. Onderweg zouden er nog allerlei mooie dingen te zien zijn dus ik kon niet wachten. Als eerste ben ik door de Waitaki Valley gereden met prachtige krijtstenen kliffen en rotsformaties. Onder deze rotsformaties vallen de Elephant Rocks, een stel beestachtige rotsen zomaar midden in een grasveld. Na de Elephant Rocks kwam ik langs wat Maori rots tekeningen, helaas waren deze bijna niet meer te zien door alle regen en vandalisme. Hierna ben ik door gereden naar nog meer krijtstene kliffen en deze keer lagen hier ook nog is delen van een walrus fossiel, ja een walrus fossiel. Ergens ver weg van beide kusten een walrus fossiel. Gekkigheid. Na deze onwerkelijke bezienswaardigheid ben ik door gereden naar nog meer rotstekeningen, deze keer wat beter te zien maar nog steeds niet heel speciaal. Dit was tevens het laatste wat ik te zien kreeg van de Waitaki Valley; vanaf hier was het tijd voor gletsjer meren en vlaktes. Vooral veel grote meren. De meren hier hebben een prachtig blauwe kleur en vrijwel allemaal worden ze gebruikt voor stroomopwekking in de vorm van stuwdammen. De herfstblaadjes gaven de finishing touch aan een prachtig uitzicht wat me langzaamaan weer in de 'berg mood' bracht. Uiteindelijk moest ik alle mere en stroom installaties even gedag zeggen voor een wat saaier stuk naar Twizel. Twizel was zo saai als wat dus heb ik snel bijgetankt en ben ik verder gereden richting Mt Cook/Aoraki. Eerst heb ik nog een tussenstop gemaakt bij Lake Pukaki wat (als het zonnig is) een prachtig uitzicht geeft over het meer en Mt Cook/Aoraki in de verte. Tijd om naar Mt Cook Village te rijden. Onderweg kreeg ik steeds mooiere uitzichten over Mt Cook/Aoraki en de bergen eromheen en zag ik ook gelijk waarom de Maori deze gigant 'cloud piercer' noemen. Uiteindelijk kwam ik uit in het dal waar Mt Cook Village lag. Dit dal is heel raar, het is heel vlak en dat plotseling gaan de bergen recht omhoog. Bizar om te zien. Eenmaal in Mt Cook Village was mijn plan om naar het info centre te lopen en te kijken hoe het weer morgen zou zijn en welke wandelingen ik hier allemaal kon doen. Plots liep ik echter Jamie en de mannen tegen het lijf, hoe toevallig. Na even met hun te hebben bijgepraat moesten zij vertrekken en kon ik naar het info centre. Morgen zou het prachtig weer worden en ook was er genoeg om rond te wandelen hier. Voor de rest heb ik de zonsondergang over Mt Cook/Aoraki bekeken en daarna ben ik naar een hostel gegaan om wederom de rest van de avond illegaal (en vooral warm) daar te spenderen. Slapen deed ik in de auto maar niet zonder slag of stoot. Het was die nacht verdomme -3 graden en toen ik naar bed wilde gaan stond het ijs al op de ruiten. Dat beloofd wat te worden.

Een ijskoude nacht ging vooraf aan dag 47. Omdat de zon nog niet op was en het nog steeds stervens koud was heb ik ontbeten in mijn slaapzak. Na het ontbijt kwam de zon op en kwam alles goed. Tijd om te wandelen. Wat trouwens misschien wel interessant is om te weten dat Mt Cook/Aoraki National Park voor meer dan de helft bedekt is met gletsjers en eeuwige sneeuw. Vanaf Mt Cook Village was een mooi voorbeeld te zien in de Main Divide, met iets van 10 gletsjers op zich, die bij wijze van spreken naast de deur stond. Ook is het leuk om te weten dat, terwijl ik in de Catlins was, het overal in Nieuw Zeeland gesneeuwd had. In Mt Cook Village lag er echter nog steeds sneeuw onder de schaduw. Dus... Verder met de rest van mijn verhaal. Wandelen. Ik begon de dag met de de Hooker Valley wandelink. Deze wandeling zou me het dichtst bij Mt Cook/Aoraki brengen wat op amateur niveau mogelijk is. Het begin was nog redelijk koud en ook was er niet zoveel te zien maar na een 45 minuten kwam ik al bij eerste prachtig uitzichtpunt over Mueller Lake en Mueller Glacier. Na een hangbrug over Mueller River te hebben genomen werd alles alleen maar mooier. Meer bergen, dichter bij de gletsjers, dichter bij het meer. Na een tijdje kwam ik bij een tweede hangbrug en vanaf nu was ik de Hooker Valley. Op weg naar de Hooker Glacier en Hooker Glacier Lake. Het uitzicht op Mt Cook/Aoraki werd steeds mooier en ook kreeg ik steeds meer gletsjers te zien. Oh ja, nog iets: Mt Cook/Aoraki is iets van 30 km ten oosten van Fox Glacier. Om even duidelijkheid te scheppen van waar ik nu eigenlijk ongeveer ben. Terug naar Hooker Valley. Uiteindeljk kwam ik bij Hooker Glacier en haar meer. In het meer dreven nog ijsschotsen rond. Hier heb ik, onder het genot van een hapje en een drankje, van het uitzicht genoten en heb ik lekker gechilled. Het begon nu weer een beetje kouder te worden dus het was tijd om weer verder te lopen. Terug naar de parkeerplaats en op naar mijn tweede wandeling van de dag: de Sealy Tarns wandeling. Deze wandeling was, in tegenstelling tot de Hooker Valley wandeling, stijl omhoog. Het was inmiddels ook rond het middag uur en dus het heetste moment van de dag. Goede planning dus. De wandeling was het echter dubbel en dwars waard. Bij elke stap die ik zette werd het uitzicht steeds mooier en uiteindelijk was ik bij de Sealy Tarns en was het uitzicht ongelovelijk. Werkelijk waar, ogelovelijk. Zoiets heb ik nog nooit gezien. Links was de Main Divide, recht voor me Mt Cook/Aoraki en de Hooker Valley met daarvoor weer Mueller Lake, rechts van me was Mt Cook Village en het dal waar dat in lag en dat kon allemaal vanaf 1 punt bekeken worden. Hier heb ik heerlijk gerelaxed en gelunched en gechilled en genoten. Na een tijdje werd het echter langzamaan tijd om terug te keren voordat de zon zou gaan zakken. De weg terug was een stuk gemakkelijker en eenmaal beneden was het tijd voor mijn laatste korte wandeling naar Kea Point, zeg maar naast Mueller Lake en Glacier. Leuk om het van dichtbij te zien. Nu was het tijd om terug te keren. Terug naar de auto en terug naar het hostel waar ik weer de avond zou spenderen, niet de nacht.

Dag 48. Na een verrassend milde nacht ben ik vroeg opgestaan en naar de Tasman Glacier gereden, de langste gletsjer in Nieuw Zeeland. Hier waren nog twee korte wandelingen te doen; eerst ben ik naar de Lookout over de gletsjer en haar meer gelopen. Vanaf hier had ik een prachtig uitzicht over het dal en de gletsjer - verrassend smerig ding trouwens, niet eens in de buurt van hoe mooi Fox en Franz Josef waren. Ook had ik vanaf hier uitzicht op de andere kant van de top van Mt Cook/Aoraki. Op de weg terug ben ik nog naar de Blue Lakes gelopen (meer groen dan blauw) en vanaf daar de afslag genomen naar de voet van het meer. Het meer was OK maar niet heel speciaal, wel waren de ijsblokken die hierin ronddreven groter dan die in Hooker Glacier Lake. Er stond echter een belachelijk harde wind die het er niet echt warmer op maakte dus ben ik gauw omgekeerd en ben ik terug naar de auto gegaan. Snel heb ik toen een douche gepakt in het hostel en daarna heb ik Mt Cook/Aoraki verlaten. Op de weg terug had ik nog mooie uitzichten (dit keer was het nog onbewolkt dus dat was anders dan toen ik hier aan kwam) en Lake Pukaki was ook prachtig blauw deze keer. Vanaf Lake Pukaki ben ik door gereden naar Lake Tekapo alweer het tijd was voor lunch. Na mijn lunch heb ik de Church of the Good Shepperd bekeken en besloten Mt john te gaan beklimmen. Na een belachelijk stijle klim door een bos met gele dennenbomen (dat kan toch helemaal niet of ben ik nou gek?) was ik op de top. Prachtig mooi uitzicht vanaf hier. Een stukje verderop was de officiele top en zodra ik daar ook maar van in de buurt kwam werd ik zowat van mijn sokken geblazen. Tijd voor een wandeling rond de top. Ergens halverwege was het uitzicht echt adembenemend. Panorama vergezichten over Lake Tekapo, de bergen eromheen, een ander door gletsjers geschapen dal en de Souther Alps in de verte. Wat een ongelovelijk landschap hebben ze hier ook. Na van de top genoten te hebben was het tijd om aan de andere kant van de berg terug te keren naar Lake Tekapo. Deze wandeling was echter een stuk langer dan de wandeling omhoog en ik was hier ook onbeschut waardoor de wind zijn onbedwongen gang kon gaan. Ik was blij toen ik uiteindelijk weer terug bij de auto was. Na al deze activiteit was het tijd voor wat internet. Na de internet nog snel naar de Church of the Good Shepperd voor een mooi zonsondergang kiekje en het was tijd om Lake Tekapo alweer te verlaten. Ergens op Burkes Pass heb ik mijn rustplaats voor vannacht gevonden. Prachtige wolke waren er trouwens te zien hier door de zonsondergang. Tijd voor mijn laatste nacht slaap in de auto. Een trieste conclusie. Ik wil nog helemaal niet dat het over is.

De laatste dag van mijn road trip was dag 49. Ik ben vroeg opgestaan vandaag en het was tijd om het Peel Forest te bekijken voordat ik naar Christchurch zou rijden. Mijn plan was hier nog een mooie wandeling te maken maar ik - geest en lichaam - had er allemaal geen zin meer in. Ik had mijn vrede gemaakt met het feit dat het allemaal over was en ik vond dat het dan nu ook wel over mocht zijn. Na een korte wandeling naar de Big Tree en Acland Falls (niet zo heel indrukwekkend) ben ik dan ook in de auto gedoken en was het tijd om te gaan rijden. Plank gas, op naar Christchurch. Het was een langere rit dan ik dacht maar uiteindelijk kwam ik dan aan in Christchurch en heb ik ingechecked in een hostel, na twee maanden. Een apart gevoel wel. Tijd om de auto schoon te maken. Wat een zooitje had ik ervan weten te maken zeg, een puur zwijn dat ben ik. Na een lange schoonmaaksessie - zonder stofzuiger dus alle stofjes en steentjes moesten per hand verwijderd worden - was het tijd om een poster te maken zodat ik die in alle hostels in Christchurch kon ophangen zodat mensen wisten dat het beestje te koop is. Hierna ben ik terug naar het hostel gegaan en heb ik lekker tv gekeken.
Daar was ik dan, 9000 kilmeter en 50 dagen later. Dit was het echte reizen. Jammer dat het allemaal over is. Gelukkig heb ik nog zat andere dingen in het verschiet.

Auto verkopen.
De rest van de week heb ik in Christchurch gezeten, geprobeerd mijn auto te verkopen. Gelukkig moest ik het beestje in Christchurch verkopen want het was daar zo saai, na een halve dag had ik alles al gezien. De eerste dag heb ik een telefoon aangeschaft - auto verkopen kan natuurlijk niet zonder telefoon - en heb ik de posters overal opgehangen. Toen ben ik een verhaaltje gaan schrijven, zoals jullie weten krijg ik toen een sms-je. Het meisje dat mij een sms-je stuurde wilde de auto graag zien. Geen probleem. Eerst heb ik hem nog even door een wasstraat gestuurd, bleek mijn voordeur te lekken als een gek. Niet vertellen, mijn geheimpje. Het meisje nam hem voor een test rit maar wist het nog niet zeker en vertelde mij dat ze morgen wel zou bellen over hoe en wat. Mooi niet dus he. De volgende dag heb ik een beetje rond gehangen en verder niet veel uitgevoerd; ik kon nergens heen, wat als iemand de auto wilde zien? Ik moest altijd stand-by staan. De volgende dag ben ik naar de Backpackers Car Market gegaan. Ik had mijn auto van de zelfde markt gekocht in Auckland dus ik dacht dat ik het beestje hier wel kon verkopen. Wat ik niet wist is dat het ongelovelijk laag seizoen is in Nieuw Zeeland en geen hond een auto wil kopen. Ik kon 3 dagen op de markt staan in ruil voor $65. Dat leek mij genoeg. Dag 1 was niemand geinteresseerd, dag 2 waren een paar mensen geiteresseerd en een stel zou me zelfs nog bellen de volgende dag maar dat ging natuurlijk niet door. Dag 3 was ik wanhopig. De prijs ging van $1200 naar $1000 maar dit maakte niets uit gezien er maar 5 mensen naar de markt kwamen die dag en allemaal niet geiteresseerd waren in mijn mooi patsbak. Omdat ik drie dagen lang van 9 tot 5 op die verduvelde markt stond was ik zo ontzettend lamlendig dat we op een gegeven moment snoep gingen stelen uit de snoep automaat en basketbal gingen spelen met een plastic zak.
Kortom, auto niet verkocht in 3 dagen. Wat nu? Mijn vlucht zou over 2 dagen vertrekken. De dag na de drie dagen in de markt besloten we niet te betalen en in de buurt de markt te gaan staan. Dit werd echter door niemand op prijs gesteld en na 2 uur werden we weg gestuurd met als drijgement dat onze auto's zouden worden weggesleept. Toen ben ik op zoek gegaan aar garages die mijn auto wilde kopen; niet meer dan $300 konden zij me bieden. Een jongen in mijn hostel wilde wel hetzelfde betalen dus ik stond op het punt het aan hem te verkopen. Ik wachtte nog tot de laatste dag (morgen) en dan zou ik alles wel met hem regelen. Ik was ten einde raad en was er helemaal klaar mee en vond het allemaal wel goed voor die $300 maar toen... tijdens dat ik lekker Amstel biertjes zat te drinken met een vriend van Melbourne kreeg ik plots een telefoontje van een meisje die mijn auto wel wilde kopen maar helaas niet meer kon bieden dan $700. Verkocht! Dat dacht ik wel ja. Na een korte test rit die avond (geen zorgen iedereen, ik reed niet) was ze helemaal blij en de volgende dag zouden we alles regelen. Wat een geluk zeg! Ik was door het dolle heen.
De volgende morgen hebben we al het papierwerk gedaan en moest vaarwel zeggen tegen mijn trouwe, stalen ros. Mijn beste vriend in barre tijden. Mijn makker door dik en dun. Vaarwel. Op naar Perth.

Diezelfde dag heeft mijn Melbourne vriend mij een lift gegeven. Eerst naar Lyttleton maar daar was echt geen reet te doen en toen naar het vliegveld. De rest weten jullie. Ik was veilig in Sydney aangekomen en klaar om naar Perth te vliegen. Waar ik dacht dat ik er nu wel bijna zou zijn dachten de piloten er anders over en was het verdomme nog 4.5 uur vliegen naar dat verrekte Perth. Inmiddels, na al een halve dag in en uit vliegvelde en vliegtuigen was ik kapot. Tot overmaat van ramp kon ik ook nog is niet lekker slapen en was het al met al een van de naarste vluchten in de geschiedenis van nare vluchten.

Perth. Geheel uitgeput kwam ik aan in Perth alwaar het inmiddels middernacht was en ik nog naar mijn hostel moest geraken. Mijn hostel was ook nog is niet in Perth maar in Fremantle, de hippe buitenwijk. Lang verhaal kort: dat duurde wel een tijdje. Na een 15 uur van vliegen en lopen en wachten was ik dan in mijn hostel en was het tijd voor een welverdiende nacht slaap.

Oke, tijd voor de speciale Mededeling. Zoals Koen zei (tevens mijn antwoord op je vraag: ja ik lees de reacties en ik vind het altijd leuk als mensen wat schrijven. Dan weet ik tenminste dat al mijn werk niet voor niets is geweest) doe ik veel en werk ik weinig. Dat is op het moment te voelen in de portefeuille. Daarom heb ik de afgelopen week dat ik in Perth was naar werk gezocht en gisteren heb ik wat gevonden. Niet in Perth maar ergens in de buurt van Broome, 2000 km ten noorden van Perth. Het is een soort dril werk waar ik rond moet rijden en we overnachts in de outback kamperen. Leukste is dat ik daarheen vlieg en mijn baas voor de vlucht betaald! Ha, ik voel me helemaal belangrijk. Het is echter geen simpel werk; veel rondsjouwen in een 35 graden hete woestijn zonder wind of wolken of regen. Zwaar werk. Echt mannen werk. Ik ben er klaar voor. En oh ja, ik krijg $200 per dag en misschien later meer als ze m'n werk goed vinden. Ik vlieg maandag. Jullie horen het wel.

Cheers,
Maarten.

PS. foto's komen morgen. Nu is het bedtijd.

  • 10 Mei 2008 - 05:49

    Maarten:

    Hoi.
    Bij een lang bericht horen veel foto's, zoals is te zien. De rest (de foto's bij de vorige berichten) plaats ik morgen misschien want ik heb nu de CD's niet bij me.
    Veel plezier.

  • 11 Mei 2008 - 15:16

    Willem (ome):

    Weer een eerste reactie uit de familie. Je moeder in Rekken (moederdag?!), dus kan niet kijken. Mooie foto's en een ongelofelijk mooi verhaal. Wij zijn toen ook lang in Dunedin geweest waardoor we Mount Cook moesten missen (jammer zo te zien) en Christchurch (niet zo jammer dus). Maar jij had toch weer meer tijd voor NZ.
    Hier nu bijna een echte hittegolf.
    Groet uit Amstelveen.

  • 11 Mei 2008 - 20:53

    Maria:

    Ha die Maarten

    IK ga nu al sparen voor een reis naar het Zuidereiland. Vandaag ben ik maar naar`Zaandam getuft met mijn lupootje en heb met mijn ex schoonzus en zwager met de doggies gewandeld we zouden naar t strand maar gezien pinkster en hittegolf hebben we de file maar niet geavontuurd en hebben we gewoon daar plaatselijk gelopen. En buizerds en een stern gezien;-), De hond van mijn ex schoonfamilie hebben door een dooie rottende vis gerold de mijne gelukkig niet;-)

    Succes met het echte mannenwerk!

    Maria

  • 11 Mei 2008 - 21:00

    Maria:

    Je meeste foto's zijn mooi, maar die eerste van sandfly beach vind ik echt een topper met dat licht!

  • 13 Mei 2008 - 08:16

    Breg:

    Hoi Marz

    Wat een geweldig verhaal en schitterende fotoos. Klinkt eentonig maar ik vind het ECHT! Gelukkig had ik je stem zondag ook weer gehoord aan de telefoon! Wat prachtig die verhalen met een zeeleeuw aan de ene kant en pinguin uit water gekomen. En die prachtige vergezichten bij Mnt Cook! En die sleutel in de auto! En je bed in die auto! Ziet er best gezellig uit! Nou wij kwamen gisteravond laat uit Rekken en hebben nog uren voor de computer doorgebracht om je verhaal en fotoos te bestuderen! Je ziet er goed uit en wij zijn en blijven supertrots. Nu voorzichtig bij die drilboren en helm op!!
    Wij zijn super bruine beren geworden in Rekken want het was non stop blauwe lucht en 27 graden. Gezwommen, gefietst en buiten gegeten. Kon niet mooier. Gelukkig hadden we bioloog mee(Henk alias leeg bakje)die ons kikkers etc heeft geshowd. Er vielen spreeuwtjes uit een nest in de dakgoot en een uil heeft klein spreeuwtje opgepeuzeld. Wat is de natuur toch mooi.Voor ons is de werkweek nu ook weer begonnen, dus iedereen weer werkende! Liefs, take care, Breg

  • 13 Mei 2008 - 14:16

    Breg:

    o ja nog vergeten: we kregen het pakje dat we begin februari naar Bowen hebben gestuurd weer return to sender! Het is via Brisbane gegaan. Voor 25 eurietjes heeft dat pakje dus de trein-vliegreis enkhuizen-amsterdam-sydney-bowen-brisbane-sydney-amsterdam-enkhuizen gemaakt! Die beleeft nog es wat. We bewaren het nu voor je! Er staan lekker veel stempels op!
    Liefs, ook van chief, Breg

  • 14 Mei 2008 - 14:33

    Wannes:

    Drillboeren! mooi! Fotos zien er goed uit, ben blij dat je zo'n emotionele band kan scheppen met een trauwe viervoeter:) Geniet van je laatste twee maanden. Ik ben er helaas pindakaas niet als je land, want die dag ervoor ga ik op vakantie, schade. maar daarna gaan wij eens even een woordje bijpraten! Goed te zien dat je het naar de zin hebt!

    Groetjes! Wannes

  • 29 Mei 2008 - 09:02

    Joost:

    He ouwe flammer!
    Ik heb even heel wat bij gelezen, zit op me werk vandaar. (weinig te doen) Je verhalen lezen is een leuk tijdverdrijf. Die lange haren van je zijn ook intens, heb je ook weer een lange en een korte bakkerbaard zoals in Argeles? Als je 21 juli terug komt in NL, ben ik ook net terug uit kreta. Dat komt mooi uit.

    Oja, ik werk tegenwoordig full time bij krediethuis en slijterij de Dijk, €s verdienen, ga namelijk ook naar frankrijk en over 2 weken naar wales!
    Nu weet je ook weer even wat ik doe.

    Nog veel plezier met de dingen die je gaat doen en tot over 2 maanden!

    joost

  • 30 Mei 2008 - 09:15

    Sanne:

    Hey maarten. Ziet er onwijs gaaf uit en het klinkt ook super.

    Werkze en veel plezier xxx

    ps sexy hairdo! :D

  • 30 Mei 2008 - 22:48

    Zie Bericht:

    Een bericht van: Margot, Kim, ASB, Alwin, Roy, Marleen, Robin & Hedwig

    Haaaaaaaaaaaay Maart!
    We zitten nu hier met z'n allen op mn verjaardag en je kwam ter sprake.. We vroegen ons af hoe je het daar hebt, maar je berichten en je foto's zeggen eigenlijk al genoeg! Zo te zien heb je het ontzettend naar je zin en maak je veel mee.. Ook je haar is al pittig gegroeid zo te zien, we moesten even kijken of je het wel echt was ;) Wild hoor!

    Nou geniet van je laatste trekken daar in Australië en hopelijk kom je heel terug! Daar gaan we natuurlijk van uit.

    Veel liefs van ons allemaal

  • 31 Mei 2008 - 12:52

    Koen:

    Ik kan er niks anders van maken dan dat het hele mooie verhalen blijven! Ik hoorde dat het werken nu niet echt meer fijn was? En dat Bregje lichtelijk ongerust begint te worden ;D Als laatst koop ik zaterdag een extra coldplay kaartje, mocht je mee willen!(in oktober) xx

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Maarten

Actief sinds 21 Dec. 2006
Verslag gelezen: 512
Totaal aantal bezoekers 47729

Voorgaande reizen:

11 Februari 2015 - 02 September 2015

Zuid Afrika

06 Januari 2012 - 15 Augustus 2012

Studeren en reizen

09 Augustus 2007 - 23 Juli 2008

Mijn eerste reis

Landen bezocht: